Waar ging het fout.


Ik koerste op hoge golven. Mijn leven kon niet meer stuk. Ik werd door wellust bedolven. Kon zweven op mijn geluk. Wie mij neer wilde halen kreeg geen poot aan de grond. Maar mijn schip maakte water, wat zag ik over het hoofd zeg het me alsjeblieft, waar ging het fout?


Waar liep het fout? Was ik zo stout? Of zat het niet mee? Kreeg ik hoge zee? Waar ging het mis? Verblindheid gewis. Koerste ik verkeerd? Heb ik hiervan geleerd?


Ik koerste op zekerheden. Dan koerste ik toch immers safe. Ik had voor successen gebeden. Maar mijn koers liep helemaal scheef. Zekerheden verdronken. Niets bleef overeind. Ik kon het maar niet begrijpen. Weer ging mijn schip water maken, alsjeblieft zeg het me, waar ging het fout?


Waar ging het fout? Waar is mijn behoud? Niets is nog safe. Waar liep het scheef? Waar liep ik mank? Is dit des werelds dank? Wat is nog safe? De wereld loopt oneindig scheef.


Ik gaf het roer uit handen. Ik gaf mijn stuurwiel aan U. Ik wist dat ik dan nooit meer zou stranden. U bepaalt mijn koers continu. Heer wat was ik toch dom bezig. U liet mij nooit in de steek. Nu U aan het roer staat, maak ik de mooiste koers van mijn leven, ik prijs U naam!


U bent mijn God. Met U aan het roer ga ik de mooiste koers. En geniet ik van de reis. Soms is er storm. Soms weer windstil. Maar U aan het roer is alles wat ik wil.