Vragen.


Vol van onbeantwoorde vragen loop ik de berg op. Ik heb geen lust om naar vragen te graven. Ik vind het antwoord vast wel bij God. Generaties lang willen we alles verklaren doelend op onze zogenaamde zekerheid. Dan lijkt simpel als een kind geloven ouderwets en uit de tijd.


Al onze vragen maken onze oren doof. Waar blijft de tijd zonder die vragen, toen we nog leefde uit geloof.


Vol van verwachting loop ik de berg op. Ook al lijkt de klim nog zo zwaar, daarboven ontmoet ik U mijn Heer, mijn God. Ik weet dat als ik dichter bij U ga komen smelten de vragen als sneeuw voor de zon. Wat een rust gaat dat geven, als ik dat maar even proeven kon.


Al onze vragen, ik doe ze in een grote kist die ik echt niet naar boven ga dragen en die verdwijnen in de mist. Bij U gaan we alles begrijpen en ook al zien we soms niet. Een kind maakt zich daar ook niet druk om, een kind geniet.


Heer leer ons leven als kinderen, simpel op vader gericht. Laat onze geest niet meer wegglijden op maatschappelijke plicht. Want als we op U vertrouwen verdwijnt elke aanklacht. Aanvaarden we dankbaar het machtige offer dat U bracht.