Lopen.


We lopen rond door de straten van onze geest. We zien de beelden van vroeger voor ons, tijd die is geweest. Nostalgie en heimwee naar het toen besluipen onze gedachten. Maar wat kan je van het verleden nog verwachten, en het is koud en guur voorbij, het maakt je niet blij.


We dwalen rond door de buurten van ons bestaan. De glorie Van ooit is al jaren afgedaan. Die glorie ging over miljoenen slaven. In deze tijd wil men de glorie handhaven. Maar niemand neemt kralen aan voor goud, we worden oud.


Met wat is geweest moet men immers leren hoe verder te gaan. En waar we bakens plaatsen en grenzen maken om te blijven staan. Maar de mens is te egoïstisch om alles uit handen te geven. We willen vrede maar die vrede duurt maar even. En het is koud en kil op aard, wat is het waard?


Met God aan het roer gaat de koers naar eeuwig Leven. Met Yeshua in ons hart ervaren we hemels leven. Het is niet religie maar relatie dat alles omkeert. Zo sterk zelfs is Gods Liefde dat Liefde wordt geleerd. En we stappen niet meer in dezelfde sleur, Yeshua geeft het leven kleur.