Uit het leven.


Uit het land van schaduw en duister wandel ik naar het morgenlicht. Niet meer het vage, niet het gefluister brengt mij nog terug naar wat gisteren is. In de verschijning van de lentezon wacht de schoonheid van de lentebloesem op mij. Puur uit genade mocht ik omdraaien en pakten Uw Liefdevolle handen mij!


Los van de ketens ben ik gebleven bij de rivieren van levend water van U. Ik mocht gaan groeien, ontplooien en bloeien genieten van Uw zonlicht continu. Hier in Uw Liefde genezen mijn wonden en verdrogen mijn zonden, ik leer te leven samen met U.


Nu ik groter ben mag ik zijn als een boom in Uw hemels koninkrijk. Mijn vruchten geven en zaaien Uw leven, Vader met U ben ik schatrijk!