Toen en nu.


Als ik denk aan vervlogen tijden, draden die uit onze handen glijden, de vergetelheid in. Zoveel woorden, zoveel mensen, massa’s gedachten en miljoenen wensen, wat kwam ervan terecht?


De tijd van toen, wie wil hem overdoen. De tijd van normen en fatsoen, een tijd geleden. De tijd van woord en nog meer daad, die tijd die sporen achterlaat, een tijd geleden.


Nu lijkt het wel dat de luxe en de welvaart van de mens de tijden heeft verrijkt. Maar wat we zien is dat de ego en de kilheid zegeviert in deze moderne tijd.


De tijd van nu consumeert continu onder de welvaartsparaplu. Die wordt aanbeden. De tijd van nu onstabiel continu onder de leugen paraplu die wordt aanbeden.


Wordt het nu niet eens tijd na te denken, geen waarde aan de haat te schenken en om te zien naar elkaar. God heeft ons Zijn woord gegeven opdat wij uit genade leven in aanbidding naar Hem.


Tijd voor God draait deuren van het slot Hij laat je nooit verzuipen in jou lot, liefdevol is onze God. In eeuwigheid blijft Hij bestaan, verleden en heden smelten in elkaar. Glorie voor Gods grote naam.