De overwinning.


Iedere dag dat ik dacht, zoveel dingen bij U bracht, was er weer twijfel in mij. Waarom deze onzekerheid. En U veranderde niet en keek niet naar het verschiet, U inspireerde mij, maakte de weg voor mij vrij. En iedere nacht die ik huilde was U bij mij, en troostte mij. Heer U blijft trouw ook al zag ik het niet. U zei, “ Ik hou van jou, geef me jou verdriet”! Heer hoe kon ik zo oneindig blind zijn, in al mijn pijn.


Ze nagelde U aan het kruis omdat U de waarheid spreekt, geestelijke ketens verbreekt. Maar waar U kwam daar was het heilige licht van het hemels koninkrijk, de mensen werden er bevrijdt. Heer hoe kon de mens zo oneindig blind zijn, in hun uiterlijke schijn. Wat is de mens eigenlijk klein. U had geen verwijt maar heeft de weg bereid. Mensen met berouw kwamen in Uw zaligheid. In Uw koninkrijk tot in eeuwigheid, wandelend in Uw hemels paradijs.


En U werd begraven, naar het graf gedragen. Alles leek voorbij, verspilde strijd. Al Uw vrienden weende, zelfs enkele vreemde. De glorie leek voorbij, verleden tijd.


Maar op derde dag kwam er een eind aan de vloek die op de mensheid lag, U stond op uit de dood, Uw heerschappij oneindig groot. Want in de geestelijkheid heeft U de weg bereid, overwon de dood, Uw Liefde oneindig groot. En nu iedere dag mag ik uit genade met U de hoge weg gaan, met alle pijn is het gedaan! U bent de Koning van mijn hart, en Heer ik geef U mijn troon. Uw grote majesteit en macht. Heer maak mijn hart een met U. Geef mij Uw inspiratie continu.


U bent mijn Koning, U bent de levende God. U bent Yeshua, Uw Waarheid maakt ons vrij.


U bent mijn Redder. U overwon de duistere macht. Uw licht geneest mij, Heer ik hou van U.