Wie ben  ik ?

leuk he, dat mannetje dat met zijn verrekijker zijn wereld hoopt te vergroten en dingen kan zien die de andere om hem hen niet zien. Of zoekt hij naar meer. Want des te meer we naar dat ventje kijken des te meer je gaat invullen!

Zo zijn wij mensen, stuk voor stuk, nieuwsgierig en/of ondernemend , en vooral het naadje van de kous willen weten. We worden supersnel enthousiast als we iets ontdekken en door onze zorgzame ouders, onze zorgzame maatschappij en zelfs door onze zorgzame dominee afgeremd en terug gestopt in het hokje waar zij vinden waar ik hoor te zijn, en terwijl ik ze nog, met een pruillip, zeg dat ik me in hun hokje, dat ze voor mij hebben gemaakt niet prettig voel zegt vaderlief dat hijzelf het ook zo moest leren. En als ik hem dan vroeg of hij dat nou ook zo akelig  vond , kreeg ik, na veel zeuren als antwoord,  daar moet je niet over zeuren het is zo en daarmee basta. Kennen jullie dat? Zulke ouder kind verhoudingen lopen altijd muurvast! En dat was ook zo. Natuurlijk moest ik, net als elk kind, met pijn en verdriet leren omgaan en dat is per kind verschillend.

 

 

Hierboven de LTS klas waar ik in de jaren 70 deel van uitmaakte. 

De jaren 70 waren voor mij een periode vol ondernemerschap en dromen. Gedreven door mijn passie voor popmuziek en de magie van de zeezenders, koesterde ik de grote droom om mijn eigen piratenzender te starten. In mijn verbeelding zag ik een professioneel radiostation dat gretig werd beluisterd, al bleek de werkelijkheid minder rooskleurig.

Met simpele apparatuur en een handige truc met een radio wist ik mijn uitzendingen op de FM-band de ether in te krijgen. Het signaal was zwak en de programma’s verre van professioneel, maar we zetten iets op poten. Een droom werd werkelijkheid, hoe bescheiden ook.

Na mijn tijd op de LTS begon ik bij verschillende bedrijven te werken. Het meeste van mijn verdiende geld stak ik in apparatuur voor de radiostudio, grammofoonplaten, muziekcassettes en bandrecorderbanden. Met een bandrecorder en een paar microfoons maakten we hoorspelletjes en radioprogramma’s. Mijn zender, Radio Tornado, zond uit op 101 MHz FM.

In dezelfde periode kwam ook het einde van de zeezenders, mijn grote inspiratiebron, in zicht. De overheid was vastberaden: Radio Veronica en andere concurrenten moesten stoppen. Dit sterkte me alleen maar in mijn vastberadenheid om mijn radiostation professioneler te laten klinken. Gek genoeg besefte ik niet dat mijn pogingen weinig meer waren dan een mier die een olifant probeerde te evenaren.

Hier onder een geluidsstudio die ik jaren later had opgebouwd. Dit geeft een beetje de indruk hoe mijn studio er in de jaren 70 uitzag. 

 

Als kind speelde ik veel buiten en genoot daar enorm van. Vriendjes waren voor mij geen vereiste; we waren allemaal gewend onszelf te vermaken. Binnen het gezin leefden we op ons eigen eilandje. Dat was normaal voor ons, we stoorden ons er niet aan en namen niemand iets kwalijk. Toch voelden we soms een onverklaarbare leegte, iets dat ontbrak. Later hebben we daar nog uitgebreid over gesproken.
• Ik werd in 1956 geboren in Hoogvliet. Mijn vader werkte destijds bij Shell, en wij woonden op een typisch jaren ’50-flatje. Over die tijd weet ik echter niets meer.
• De rest van de jaren ’50 en het begin van de jaren ’60 woonde ik in Amsterdam-Noord en Weesp. Mijn herinneringen aan die tijd zijn vaag, maar ik herinner me bijvoorbeeld de ontploffing van de kruitfabriek in Muiden, wat begin jaren ’60 moet zijn geweest.
• Rond 1963 verhuisden we naar het welvarende Uithoorn. Hier heb ik een schat aan herinneringen verzameld waar ik moeiteloos een boek over zou kunnen schrijven!
• In 1967 brak de tijd van de flowerpower aan. Samen met mijn oudere broer ben ik dat jaar op de fiets dwars door Amsterdam naar het Vondelpark gegaan. Het was een bijzondere ervaring. Hoewel ik er destijds weinig van begreep, wist ik dat ik het later zou willen onderzoeken. Thuis lag het onderwerp gevoelig; hippies werden door de oudere generatie, inclusief mijn vader, gezien als luie, hasjrokende nietsnutten.
• Veel tijd bracht ik door met mijn jongere broer. Als het weer het toeliet, gingen we zwemmen in het openluchtzwembad. We bouwden hutten en hadden zelfs een clubhuis in een oude kolenkist.
• Begin jaren ’70 raakten we als pubers in de ban van popmuziek en de zeezenders die deze muziek uitzonden. In diezelfde periode kreeg ik mijn eerste gitaarlessen van mijn tante, die me een paar akkoorden leerde. Helaas was mijn gitaar van slechte kwaliteit, waardoor de lol er al snel af was.

Hieronder een foto waarop ik 9 jaar was en van school thuis kwam.

Mijn ontdekkingsreis begon in de eerste helft van de jaren '70. Zoals ik eerder aangaf, werd het zaadje voor deze reis geplant tijdens mijn bezoek aan het Vondelpark in Amsterdam, in de zomer van 1967. Vastberaden om aan deze ontdekkingstocht te beginnen, verzamelde ik – voor zover ik dat nog niet had gedaan – enorm veel muziek uit die tijd. Muziek die de boodschap van de flowerpower uitdroeg.

Ik heb een enorme collectie opgebouwd, van The Beatles en Bob Dylan tot aan Pink Floyd. Onderweg ontdekte ik ook talloze andere artiesten die mij bleven inspireren. De hippiecultuur fascineerde mij enorm. Hoewel deze cultuur in het begin van de jaren '70 niet meer zo sterk aanwezig was als eerder, vond ik toch nog genoeg gelijkgestemden in die periode. In Nederland was de meest uitgesproken hippie, protestzanger Armand, mijn grootste voorbeeld.

Met mijn interesse in de hippiebeweging groeide ook mijn nieuwsgierigheid naar het occultisme. Vooral deze nieuwe wereld overspoelde mij en bracht me op een totaal ander pad.

Hoewel ik niet precies kan aangeven waar mijn interesse in het occultisme begon, weet ik wel dat het rond mijn 15e jaar in een stroomversnelling raakte. Mijn fascinatie voor de Flowerpower-beweging, bombastische hardrock en psychedelische popmuziek heeft de basis gelegd voor deze interesse. Het leek spannend en intrigerend om deze wereld te verkennen. Wat volgde, was echter een leven vol onrust, verdeeldheid en angst. Tijdens deze zoektocht naar rust en geluk dook ik in verschillende richtingen, maar mijn innerlijke strijd werd alleen maar heviger. Inmiddels waren we verhuisd naar Emmeloord, waar ik begon met het gebruik van hasj. Langzaam maar zeker, zonder dat ik het doorhad, gleed ik steeds verder af richting een donkere afgrond. Deze periode is een zwarte bladzijde in mijn levensverhaal. Ik ga er niet verder op in, want ik wil de duivel geen enkele eer geven voor het smerige spel dat hij speelt via het occultisme.

 

 

Ik voelde me net een wegwijzer, met pijlen die in alle mogelijke richtingen wijzen, maar nergens echt naartoe leiden. Overal vond ik gedachten die ik mooi of boeiend vond, maar het voelde alsof alles opgesloten zat in een kooi, zonder enige uitweg. In mijn zoektocht belandde ik zelfs in de occulte wereld, maar dat bracht me geen vreugde. Voor de mensen om me heen was ik in die tijd een stille, mysterieuze jongen. Van binnen vocht ik voor mijn bestaan, omdat ik overtuigd was dat de spirituele wereld enorme hoeveelheden energie uit me wegvrat. Het leek alsof al mijn inspanningen en waardigheden belachelijk werden gemaakt en zelfs verOver wie ik ben en meer.vloekt. Dit proces had ik al eerder in kleine mate ervaren, maar op dat moment zag ik het in alle duidelijkheid.

In diezelfde periode zond de Evangelische Omroep een programma uit over yoga, bekeken vanuit een christelijk perspectief. Omdat ik destijds volop met yoga bezig was, prikkelde het mijn interesse. Aanvankelijk vond ik het bombastisch en was ik ervan overtuigd dat christenen niet konden oordelen over de kracht en betekenis van yoga. Maar naarmate ik het programma volgde, kwam ik langzaam tot de conclusie dat ze gelijk hadden. Toen stelde ik mezelf een confronterende vraag: "Waarom veroordeel ik de christenen dan wél?" Het antwoord lag pal voor mijn voeten. Mijn ouders waren christelijk opgevoed en hadden de beklemming ervaren van kerkelijke regels en leerstellingen. Was dat het christelijk geloof? Maakte dat je vrij en gelukkig? Mijn opa vertelde bijvoorbeeld verhalen over knokpartijen tussen hervormden en gereformeerden. Als dat het niet was, wat was het dan wel?

Ik zag bij mensen de spreuk aan de muur hangen: "God is Liefde." Die gedachte was me niet vreemd. De hippies geloofden tenslotte ook dat liefde de wereld zou redden. Maar hoeveel hippies er ook waren, de wereld veranderde niet. Ik bleef zoeken, in allerlei stromingen en geloofssystemen, op zoek naar die ene waarheid. Velen beweerden dat ze het hadden gevonden, maar in de praktijk bleek het niets te zijn. Nog steeds zoekend, zat ik op een dag in de bus van Amsterdam naar Emmeloord, na een weekend bij mijn broer. In de bus zag ik een jonge vrouw een Bijbel lezen. Nieuwsgierig probeerde ik op allerlei onhandige manieren haar aandacht te trekken, maar het lukte me niet. Uiteindelijk vergat ik het voorval toen ik uitstapte.

Tot mijn verrassing liep ze naar me toe en begon te praten. Eerst vertelde ze de standaard christelijke verhalen, en eerlijk gezegd begon ik me te vervelen. Maar toen begon ze over de liefde van Jezus te spreken, en hoe Hij gevangenen vrijmaakt. Dat raakte me diep. Dit was precies waar mijn worsteling om draaide. Op datzelfde moment voelde ik een overweldigende warme rust over me heen komen. Uit haar leek een onuitputtelijke stroom van licht, liefde en vrijheid te vloeien. Ik was compleet van slag toen ik naar huis wandelde. Eenmaal thuis sprak ik oprecht tot God: "Als U werkelijk bent wie ik net gezien heb, laat me dan meer zien." En om een lang verhaal kort te maken: enkele dagen later kwam ik tot bekering. Ik hield op met zoeken, want ik had gevonden wat ik al die tijd zocht!

 

Schoon schip maken

Niet alleen boeken maar ook muziek moest eraan geloven. De grote opruiming was begonnen. 

Het moment was daar! Ik kon nauwelijks bevatten wat mij overkomen was, maar één ding wist ik zeker: Hij zorgde voor mij. En juist dat was precies wat ik nodig had. Ik stopte met luisteren naar de popmuziek waar ik zo aan gewend was. Niet omdat iemand mij zei dat het niet mocht, maar simpelweg omdat die muziek me niet langer raakte. In plaats daarvan begon ik muziek te kopen die sprak over Jezus en God, muziek die mij nieuwe inzichten kon geven. Er broeide iets in mij. Ik pakte mijn gitaar erbij en begon spontaan wat liedjes te spelen. Het ging bijna als vanzelf! Terwijl ik hiermee bezig was, ontdekte ik hoe makkelijk ik de hits uit de top 40 van die tijd kon naspelen. Op een gegeven moment zag ik mezelf in gedachten op een podium staan, zingend, omringd door muziek. Dat beeld inspireerde me. Ik begon met oefenen en merkte dat, wanneer ik bad voor inspiratie, de woorden en melodieën vanzelf leken te komen. Ik bleef schrijven. Met mijn liedjes ging ik de straat op en ontdekte hoe diep ze de harten van mensen konden raken. Langzaam maar zeker begon mijn repertoire aan songteksten te groeien. Ik ruimde mijn oude muziek op en kreeg er iets veel waardevollers voor terug. Wat een bijzondere zegen!

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb